Wolken Soorten
De cirrocumulus of schaapjeswolk is een soort
wolk die op grote hoogte, 6 tot 10 km
voorkomt. Dit soort wolk komt voor in grotere
velden. Dit wolkentype, hoe fraai ook, wijst op
een toenemende luchtvochtigheid en kan een
voorbode zijn van een weersverslechtering.
Vooral als de wolken een golfvormige
structuur (undulatus) hebben, gaat het meestal
mis. Dat geldt zeker voor het wolkengeslacht
cirrostratus van het soort nebulosus (sluier),
een melkachtig witte lucht die geleidelijk een
scherm voor de zon trekt, waardoor deze
uiteindelijk verdwijnt.
Cirrocumulus
Cirrus of windveren zijn wolken die op een
hoogte van 6 tot 12 kilometer voorkomen. Ze
bestaan volledig uit ijskristallen. Deze hoge
wolken lijken heel langzaam te bewegen of
zelfs stil te staan, maar door de grote hoogte
geeft dat een vertekend beeld: in werkelijkheid
gaan ze snel, soms ruim 100 km/uur.
Weerkundigen noemen ze sluierwolken, die het
licht van de zon nog doorlaten. Deze wolken,
die vaak te zien zijn als het (nog) mooi weer is,
hebben een draderige structuur en kunnen zich
ook rangschikken in kleinere of grotere
plukken of smalle banden
Cirrus
Deze afzonderlijke wolken hebben vaak
scherpe en duidelijke randen en ontwikkelen
zich in verticale richting. De bovenkant van
deze bewolking ziet er soms uit als een
“bloemkool”; dit uiterlijk wordt veroorzaakt
snelheidsverschillen tussen de
stijgbewegingen in de wolk. Doordat
cumuluswolken boven land in de meeste
gevallen overdag ontstaan worden ze
beschenen door de zon en zijn ze tegen een
heldere achtergrond vaak verblindend wit.
Daarentegen is de onderzijde donkerder
doordat het zonlicht in de wolk verstrooid en
geabsorbeerd wordt door de aanwezige
waterdruppels. De hoogte waarop deze wolk
voorkomt (en in de weerkunde gaat het dan
over de wolkenbasis), is tussen het
aardoppervlak en circa 2200 m.
Deze bewolking is de meest voorkomende in
West-Europa en bestaat uit één wolkenlaag
waarin vrijwel altijd donkere en lichtere
gedeelten afwisselend voorkomen. Soms zijn
de elementen met elkaar versmolten en
vormen dan een gesloten wolkenlaag. Hoewel
deze wolken overwegend uit waterdruppels
bestaan, kan het voorkomen dat de randen
rafelig zijn. Neerslag zal uit deze bewolking
alleen kunnen vallen als het een voldoende
dikke laag is, waarbij dan het uiterlijk van de
wolk donkergrijs zal zijn.
Stratocumulus
Cumulus
Altocumulus
Een altocumulus is een wolk die op
middelbare hoogte voorkomt (2 tot 6 kilometer
hoogte). De bewolking bestaat vaak uit banken
of velden grote schaapjeswolken soms met
een golfvormige structuur (undulatus). Ze
ontstaan wanneer op grote hoogte koudere
lucht binnenstroomt en ook dan loopt het vaak
uit op neerslag. Soms hebben de wolken het
uiterlijk van een rij torentjes van een kasteel
(castellanus). Meestal is dat een voorbode van
onweer, al kan de bewolking eerst weer een
aantal uren verdwijnen. Soms hebben deze
wolken een vlokachtige structuur (floccus),
maar ook dan volgt slechter weer en zijn de
onweerskansen groot.
Cumulonimbus
De cumulonimbus of donderwolk is een soort
wolk die zeer hoog en dicht kan zijn. Zoals de
naam aangeeft treedt deze wolk op bij onweer.
De cumulonimbus kan tot meer dan 15
kilometer hoogte in de atmosfeer uitgroeien en
krijgt op grote hoogte een paddestoelvormig
uiterlijk. De wolken kunnen zich alleen
vormen, in clusters of langs een front. De
gewone cumulus is de bekende stapelwolk.
Nimbostratus
De nimbostratus is een uitgestrekt grijs
wolkendek dat zich over de gehele hemel
uitstrekt en waaruit onafgebroken neerslag
valt. De zon gaat achter het dikke
wolkenpakket volledig schuil. Vaak zitten er
lage flarden onder (pannus), maar de neerslag
houdt pas op wanneer er lichtere plekken in de
wolken zichtbaar worden. De regenlucht wordt
vaak voorafgegaan door altostratus
Altostratus
De altostratus is een egaal grijsachtig
wolkentype. Die bewolking ontstaat op de
grens tussen koude en warmer lucht, waarbij
de warme lucht over de zwaardere koude lucht
schuift. Duitse meteorologen noemen dat
proces “Eintrübung”. Eerst is de omtrek van
de zon of de maan er nog doorheen te zien
(translucidus), maar meestal wordt de
bewolking snel dichter, verdwijnt de zon en zet
de neerslag in (opacus). Soms komt deze
bewolking in verschillende lagen voor
(duplicatus). Deze wolk kan overgaan in de
nimbostratus