Weerspreuken
Er is slecht weer op komst als:
•
Zwaluwen laag bij de grond vliegen (door
de luchtdruk vliegen insecten lager en ook
de zwaluwen vliegen dan lager om hun
voedsel te vangen).
•
Vissen uit het water springen om laag
vliegende insecten te vangen.
•
Bloemen zoals haagwinde zich sluiten.
•
Kegels van sparren of dennen sluiten.
•
Spinnen uit hun web kruipen en zich onder
bladeren verschuilen.
•
Mieren naar hun nest kruipen.
Er is mooi weer op komst als:
•
Zwaluwen zeer hoog vliegen.
•
Spinnen rustig in hun web zitten of een
nieuw web bouwen.
•
Je ochtenddauw kan waarnemen op het
zomerse gazon.
Weerspreuken:
•
Brengt de zomer veel eikels en
beukennootjes, het zal een strenge winter
worden.
•
Als de tulp haar kelk sluit, blijft de regen
niet lang uit.
•
Sluit het klaverblad, regen in het vat.
•
Houden de bomen hun bladeren lang,
weest voor een strenge winter bang.
•
Als in Januari de muggen zwermen, moet
ge in maart de oren wermen.
•
Zie je in januari veel molshopen, dan zal
de winter lang aanhouden.
•
Als de kat in Februari in de zon ligt, moet
zij in maart weer voor de kachel liggen.
•
Zingt de leeuwerik hoog in de lucht,
heerlijk weer voorspelt zijn vlucht.
•
Vliegen de zwaluwen laag, nadert een
regenvlaag.
•
Zingt de vink in de morgenstond, zo hij
zeker regen verkondt.
•
Als de hoenders kakelen lang en goed,
zal 't regenen in overvloed.
•
Verzamelen de kraaien in oktober, dan
wordt het een koude winter.
•
Regen is ook zeker te verwachten als
katten veelvuldig in de schors van bomen
krabben.
•
Slakken op de wegen, voorspellen ons
doorgaans regen.
•
Kikkergekwaak, regen in maak.
•
Aanhoudend hanengekraai in de vroege
morgen, gaat ons mooi weer bezorgen.
•
De beste windmeter is de koe, hij staat
altijd met zijn kont naar de wind toe.
•
Vliegt de vleermuis 's avonds rond, dat
brengt mooi weer in de ochtendstond.
•
•
Als de sneeuw negen dagen zit, blijft het
negen weken wit.
•
In de morgen regen, in de middag droge
wegen.
•
Ruikt men nou het roet in de schouw, dan
komt de regen gauw.
•
Kring om de zon brengt water in de ton.
•
Avondrood, mooi weer, geen nood.
•
Morgenrood, regen in de sloot.