Weerspreuken
Er is slecht weer op komst als: Zwaluwen laag bij de grond vliegen (door de luchtdruk vliegen insecten lager en ook de zwaluwen vliegen dan lager om hun voedsel te vangen). Vissen uit het water springen om laag vliegende insecten te vangen. Bloemen zoals haagwinde zich sluiten. Kegels van sparren of dennen sluiten. Spinnen uit hun web kruipen en zich onder bladeren verschuilen. Mieren naar hun nest kruipen. Er is mooi weer op komst als: Zwaluwen zeer hoog vliegen. Spinnen rustig in hun web zitten of een nieuw web bouwen. Je ochtenddauw kan waarnemen op het zomerse gazon. Weerspreuken: Brengt de zomer veel eikels en beukennootjes, het zal een strenge winter worden. Als de tulp haar kelk sluit, blijft de regen  niet lang uit. Sluit het klaverblad, regen in het vat. Houden de bomen hun bladeren lang, weest voor een strenge winter bang. Als in Januari de muggen zwermen, moet ge in maart de oren wermen. Zie je in januari veel molshopen, dan zal   de winter lang aanhouden. Als de kat in Februari in de zon ligt, moet  zij in maart weer voor de kachel liggen. Zingt de leeuwerik hoog in de lucht,   heerlijk weer voorspelt zijn vlucht. Vliegen de zwaluwen laag, nadert een regenvlaag. Zingt de vink in de morgenstond, zo hij zeker regen verkondt. Als de hoenders kakelen lang en goed,    zal 't regenen in overvloed. Verzamelen de kraaien in oktober, dan wordt het een koude winter. Regen is ook zeker te verwachten als katten veelvuldig in de schors van bomen krabben. Slakken op de wegen, voorspellen ons doorgaans regen. Kikkergekwaak, regen in maak. Aanhoudend hanengekraai in de vroege morgen, gaat ons mooi weer bezorgen. De beste windmeter is de koe, hij staat  altijd met zijn kont naar de wind toe. Vliegt de vleermuis 's avonds rond, dat brengt mooi weer in de ochtendstond. Als de sneeuw negen dagen zit, blijft het negen weken wit. In de morgen regen, in de middag droge wegen. Ruikt men nou het roet in de schouw, dan komt de regen gauw. Kring om de zon brengt water in de ton. Avondrood, mooi weer, geen nood. Morgenrood, regen in de sloot.